10 jaar in Ethiopië: deel 3

Ik eindigde mijn vorige blog met Nebiyu. Hoe hij naar Aynalem en mij kwam elke dag. Toen ik op school was, ging Aynalem samen met Nebiyu naar zijn huis. Wel, huis… Het was een plastieken zeil tegen een muur aan de kerk, niet meer. Nebiyu woonde daar met zijn ouders en zijn klein broertje. Aynalem wilde Nebiyu in huis nemen, maar toen ze Bereket, het broertje van 2 jaar zag, wilde ze eigenlijk beide jongens bij haar in huis nemen. De ouders gingen akkoord dat Aynalem Nebiyu in huis nam, maar Bereket niet. Hij was te waardevol om bij te houden als bedelen je beroep was. Zo’n les komt hard aan.

Later die dag kwam ik aan en sprak met Aynalem. Zij vertelde over wat ze had gezien en meegemaakt met de ouders van Nebiyu en Bereket. Bleek ook dat de moeder Aids had, en dat er dus een groot risico was dat de jongens ook sero-positief zouden zijn. De vader bleek immuun te zijn voor de vorm van Aids die de moeder had, hij was daar trots op.

Ik steunde Aynalem volledig en vroeg haar of dit een officiële adoptie was, en hoe zoiets gebeurde in Ethiopië. Een dag later ging Aynalem met Nebiyu naar de rechtbank en bracht ze alles in orde, dat duurde een klein uurtje. Daarna gingen we met ons drie naar de ouders. Ik zag dat Aynalem de ouders nog wat geld gaf, waarschijnlijk om problemen te voorkomen. Daarna gingen we naar de markt waar we een grote kookpot kochten voor mijn school om pap in te maken. Aynalem zei dat de kookpot duurder was dan het geld dat ze aan de ouders van Nebiyu had gegeven.

Enkele dagen laten nam ik Nebiyu mee naar school. Na school gingen we vaak naar een winkel om wat schoolmateriaal voor hem of voor mij te kopen. Ik zorgde dat we elke dag wel iets te doen hadden. De mensen op straat riepen dat ik de papa van Nebiyu was. De dagen gingen rustig verder. Na enkele weken zei Nebiyu ’s avonds in bed tegen Aynalem dat hij ook nog twee vriendjes had op straat. Aynalem vertelde mij dat de ochtend erna. Ze vertelde het als een vraag, maar eigenlijk had ze haar besluit al genomen. Ze zou die twee kinderen gaan zoeken. Maar eerst gingen we met ons drie naar Dilla, een stad in het zuiden. Aynalem nam mij mee naar een gevangenis, omdat ik daar een stuk over wilde schrijven voor mijn eindwerk (dat moest ook nog gebeuren). Een absurde ervaring, schrijnend en enorm confronterend. Het zegt heel veel over een maatschappij als je ziet hoe ze mensen uit die maatschappij plaatsen. Ethiopië is op dat vlak niet goed bezig.

de gevangenis in dilla. In de vrouwenafdeling wonen ook 23 kinderen.

Na de gevangenis gingen we naar een zwembad. Het was een plek waar water van een warmwaterbron werd afgetapt naar privébaden en een deel naar het zwembad. Ik zou een lang bad nemen, dat miste ik enorm. En net zoals ik maanden ervoor in bad had beslist om een chiro op te starten, besloot ik nu, in bad, om dat idee te laten varen. Aynalem was de weg vooruit, en Nebiyu onze inspiratie. We moesten die andere twee jongens vinden en ook zij zouden nooit meer op straat moeten wonen. Wat later was Nebiyu aan het zwemmen. Een kind van 5 dat altijd heeft gebedeld kan zwemmen, de enige plaats om zich te wassen was het meer. Het was daar, naast het zwembad in Dilla da Aynalem en ik een eerste keer bij elkaar aftoetsten of we misschien wel dezelfde gedachten hadden, en samen een droom konden waarmaken. Een dag of twee later hadden we de twee jongens gevonden, en sliepen ze met hun drietjes in een apart bed in de kamer naast Aynalem. Op een avond dat ik ze had ondergestopt spraken Aynalem en ik over onze droom. We plakten er zelfs getallen op. 1 huis, 10 kinderen. Misschien zelfs 15. Het leek mijlenver, onbereikbaar. Ik beloofde dat als ik terug in België was, ik geld zou zoeken en pas zou terug komen wanneer ik het had. Ik wist niet eens hoeveel het ooit zou kosten om zo’n groep kinderen te helpen.

de eerste foto die ik trok in Hawassa. Mensen met een droom?

Het is al na 2 jaar dat we dat doel zouden bereiken. In 2011 stond er een huis waar 15 kinderen in woonden. Op een ochtend, in 2011 stonden twee kinderen aan de deur. De jongste was Bereket, het kleine broertje van Nebiyu. Ze kwamen vertellen dat hun moeder gestorven was. Nadat we de begrafenis hadden geregeld zijn Aynalem en ik naar de vader gegaan. Niet veel later stapte ik met Nebiyu en Bereket naar huis. Op de dag dat ze hun moeder hadden verloren, hebben we de twee broers kunnen herenigen, ze zouden nooit meer gescheiden worden. Maar ik loop vooruit op de feiten, terug naar 2008.

De tijd begon stilaan te dringen voor mijn eindwerk, dus ik stopte ook met lesgeven. De drie jongens Nebiyu, Adane en Biruk slorpten verder de meeste tijd van me op. We begonnen echt op een gezinnetje te lijken: een gepensioneerde vrouw, een blanke kerel op reis en drie jongens. We hadden veel bekijks.